Zoals je weet moeten stellingen gekeurd worden. Die keuringen kunnen worden verzorgd door één van de vele keurmeesters die Nederland rijk is. Een deel van de fabrikanten van stellingen hebben zich verenigd in de BMWT met bijbehorende keuringen en schouwen. Er zijn keurmeesters die in dienst zijn van bedrijven die ook service en reparatie uitvoeren, en er zijn de onafhankelijke keuringsbedrijven die niet gelieerd zijn aan een fabrikant of leverancier.
Een van de discussies die we vaak tegenkomen, is de vraag of het frame van een palletstelling moet worden verankerd met 2 of met 4 ankers per frame. Dat klinkt als spijkers op laag water zoeken, maar het antwoord kan invloed hebben op je onderhouds- en reparatiekosten.
Het antwoord op de vraag of een frame met slechts 2 ankers goedgekeurd wordt of niet, hangt er een beetje van af of je een BMWT-klant bent of niet.
Er zit namelijk een verschilletje in de normeringen dat vrij essentieel is.
Laten we eens bij het begin beginnen.
Dat een palletstelling moet worden verankerd aan de vloer om te voorkomen dat deze omvalt, verschuift, of instabiel wordt als gevolg van een aanrijding wordt is voor iedereen wel logisch. Voor de verankering van palletstellingen worden diverse soorten ankers gebruikt. Dat is ook geen probleem zolang je maar aan de normen voldoet.
Europese normen schrijven het áántal ankers niet voor
Allereerst kijken we even naar NEN-EN 15.512. Die norm behandelt de grondslagen voor het constructief ontwerp van palletstellingen. In die norm is een aparte paragraaf gewijd aan het ontwerp van ankers bij palletstellingen. In paragraaf 8.6 worden twee dingen gezegd:
- Allereerst dat de ankers moeten worden ontworpen conform Europese richtlijn ETAG 001 (Als je echt vakidioot bent, dan kun je hier een paar honderd pagina’s over ankers lezen), en dat ze berekend zijn op de zwaarste belastingscombinatie op de uiterste grenstoestand. Een soort worst-case berekening dus
- Ten tweede dat iedere verbinding tussen een stijl en de vloer een minimale trekkracht van 5kN en afschuifkracht van 7kN moet kunnen overbrengen.
De reden dat we hier even op ingaan, is dat er in deze norm dus NIETS staat over het aantal ankers dat minimaal is voorgeschreven.
In NEN 5056 is dat anders
NEN 5056 schrijft het aantal ankers wel voor, met een voorbehoud
De reden van het bestaan van NEN 5056 kun je lezen in een eerder artikel. Het is een aanvulling op de hiervoor genoemde NEN-EN 15.512 en geldt specifiek voor Nederland. Let er op dat NEN 5056 in werking is sinds 2011, dus onderstaande geldt in principe niet voor ongewijzigde magazijnen van voor 2011.
In NEN 5056 staat in essentie het volgende over ankers (paragraaf 6.4 , kantelgevaar):
- Tenzij tordering van het staanderprofiel op een andere wijze wordt voorkomen moet elke verbinding van een jukstaander met de vloer van het magazijngebouw ten minste uit twee ankers bestaan.
- De minimale trek- en afschuifkracht die iedere verbinding moet overbrengen wordt verhoogd naar 10kN voor beiden (hoger dan de Europese norm)
Hierboven staan twee dingen die van belang zijn:
- Volgens NEN 5056 zijn 2 ankers per staanderprofiel (dus 4 ankers per frame) de norm
- Afwijken van die norm mag, als tordering van het staanderprofiel op een andere wijze wordt voorkomen.
Met andere woorden: Als een leverancier gebruik maakt van enkelvoudige verankering (2 ankers per frame) dan is het aan de fabrikant van de palletstellingen om aan te tonen dat tordering ‘op een andere wijze’ wordt voorkomen.
Persoonlijk zouden we er voor kiezen om die verklaring op te vragen, en toe te voegen aan het opleveringsdossier van je magazijninrichting dat je eigenlijk toch al moet aanleggen.
Dan is de primaire vraag: Wat is tordering?
Tordering
Het woordenboek zegt : Torderen is “Draaien zodat een spiraalvorm ontstaat”
In geval van palletstellingen betekent dit dat de rechtopstaande stijl van een frame door een kracht de neiging heeft om zijn eigen as te draaien. In onderstaande afbeelding zie je een stijl die met één anker is verankerd.
Wat kan er gebeuren als men met een reachtruck tegen de achterliggende schoren rijdt? Dan kan de stijl gaan draaien om het draaipunt dat door het enkele anker gevormd wordt. Zie onderstaande afbeelding:
NEN 5056 wil zoveel als mogelijk voorkomen dat tordering optreedt. Tordering zorgt voor onwenselijke materiaalspanningen in de stijl van het frame. Die materiaalspanning zie vooral terug bij de plek waar de onderste ligger in de stijl gehaakt zit. De stijl wil draaien, maar wordt op zijn plek gehouden door de klauw van de ligger. Hierdoor ontstaan spanningen die mogelijk de ligger uit de stijl willen wringen. Het gevolg kan materiaalvervorming zijn in de stijl. Een situatie die als gezegd ongewenst is, nog los van de vraag of het draagvermogen van een getordeerde stijl gegarandeerd kan worden.
NEN 5056 maakt wel een voorbehoud dat een enkel anker toegestaan is als de mogelijkheid tot torderen op een andere manier voorkomen wordt. Dat is dus aan de fabrikant. Je zou torderen theoretisch kunnen voorkomen in het ontwerp van je frame door meer schoring toe te passen, of zoals Hovuma doet, door een slof onder het frame te monteren.
Waarom zou je überhaupt kiezen voor enkele verankering in plaats van dubbele?
Dat is vaak een kostenaspect. Een ankertje extra lijkt niet zo veel, maar als je bedenkt dat een anker een euro kost, en plaatsing van een extra anker nog eens 3 euro montagekosten, dan is de meerprijs per frame dus zo'n € 8,--. Grotere warehouses hebben al snel een paar honderd frames staan. Hierdoor kost dat ene anker per stijl in totaal duizenden euro’s extra bij aanschaf.
En palletstellingen zijn nou net een product waarbij de leverancier gekozen wordt op basis van offerteprijs en gewerkt wordt met hele minimale marges. Iedere euro besparing telt dus voor de leverancier.
Maar wat heeft de BMWT er nou mee te maken?
In de inleiding gaf ik al aan dat er de acceptatie van 2 ankers of 4 ankers afhankelijk is van de keurende instantie. Dat zit zo: De BMWT heeft sinds de invoering van NEN 5056 in 2011 geageerd tegen deze norm. Om haar moverende redenen heeft BMWT altijd betoogd dat NEN 5056 geen plicht is, en dat fabrikanten er niet aan gehouden zijn. Om die reden houden de meeste fabrikanten die zijn aangesloten bij de BMWT géén rekening met NEN 5056. En dus ook niet met de regel dat er 4 ankers per frame moeten worden gebruikt.
Daarbij is de BMWT-keuring zo ingericht dat de keurmeesters met een BMWT opleiding alléén de stellingen mogen keuren die door hun eigen werkgever geleverd zijn. Stellingen van anderen mogen slechts worden geschouwd.
Als een fabrikant die is aangesloten bij de BMWT er voor kiest om NEN 5056 te negeren, dan zal de keurmeester die door die fabrikant gestuurd wordt ook NEN 5056 negeren. Het gevolg is dat een BMWT-keurmeester over het algemeen geen opmerkingen zal maken over het feit dat een palletstelling slechts enkel verankerd is.
Aan de andere kant zijn er de keurmeesters die zelfstandig opereren, die in zijn algemeenheid wel een opmerking zullen plaatsen over de wijze van verankering van je stellingen.
Wat moet je nu doen? 2 of 4 ankers per frame?
Als opdrachtgever kun je bij de aanschaf van palletstellingen zelf eisen dat er volgens NEN 5056 aangeboden wordt. Je kunt ook eisen dat er 4 ankers per frame gebruikt worden in plaats van 2. Daarbij moet je niet alleen aan je korte termijn investering denken, maar ook even op de wat langere termijn. Je kunt ook de fabrikant vragen op welke wijze hij torderen van staanders zoveel als mogelijk voorkomt, als hij maar enkel verankert. Let daarbij de de offertes die je krijgt goed op. Weinig leveranciers benoemen expliciet het aantal ankers dat ze per frame gebruiken. Vraag er naar, of kijk naar de materiaallijsten die vaak bij de offerte zitten.
Kosten op lange termijn vaak hoger bij enkele verankering
Als de consequentie van enkele verankering is dat de kans op tordering groter wordt, dan zal ook je schadelast in de loop der jaren waarschijnlijk toenemen. Een getordeerd frame moet immers gerepareerd worden. Onze ervaring is dat de kosten voor het vervangen of repareren van getordeerde ,enkel verankerde, frames binnen enkele jaren groter zullen zijn, dan dubbele verankering in de aanschaffase had gekost. Denk daarbij niet alleen aan de reparatiekosten maar ook aan de kosten omdat je de stelling een tijdje niet kunt gebruiken, en reparaties je proces kunnen verstoren.
Bedenk je dat de veiligheid van, en onderhoudskosten in, je magazijn jouw verantwoordelijk zijn. Niet die van de door jou gekozen keurmeester.